Ik ben een mens.
Het leven als een doolhof, elke keer weer een stap vooruit. Stil staand, dan weer lopend richting de oneindigheid wiens vorm nog verhuld is in de diepe nevel. Ogen open of dicht, wat is het verschil? Wie weet wat waarheid is? Hoe kan de ander weten wie ik ben, als ik het zelf niet weet? Hoe kan ik weten wat mijn pad is, als ik niet die stappen zet? Om hoeken kunnen draken zitten, maar ook levensschatten. Dolend dwalen over de woestenij van het leven, een vuurzee van chaos dat ons telkens overspoelt. De potentie van het mystieke individu grijpen, er mee worstelen, verslagen worden en toch weer opstaan. Altijd maar weer opstaan, blijven gaan. Wat een gift.
Leven op talloze lichamen, opstapelingen van ontdekkingen om zelf nog verder te ontdekken. Groeien aan het ik om te groeien aan het wij, aan het alles en daar voorbij. Het pure doel voor ogen om het mirakel van het bestaan dankbaar te omarmen.
Bewust en gebalanceerd de krochten van mijn onderbewustzijn concretiseren om zo door het vagevuur de hemel te bereiken. Dat is mijn doel. Om daardoor het ascetische pad te volgen en mijn leven met ogen open te leven.
Wat anders?