Vrijheid
Ik ben het er wel mee eens, ik een grasspriet, jij de wind. Ik vermijd het liefst een fietsbel en waan me een gordijn, zonder te willen drogen toch de hele dag wapperen. In stilte op en neer
op het ritme van regendruppels op kantoorramen. Maar structuur is tegelijkertijd ook de sleutel tot dragen, Seneca en heel veel lijdzaam toezien
hoe je de weg niet meer terugwist. Ik heb nog liedjes voor je geschreven, uitgekeken met een verrekijker op een denkbeeldige schommelstoel. In de regen
zonder passend kostuum de dageraad achterna gefietst. Ik zou graag willen dat ik stemmen hoor zodat het daar aan ligt. Ze zeggen – meestal, maar niet altijd – dat ik meer moet praten. Maar dan ken je me niet.
Kijk eens naar wat ik denk.
Waar ik over droom
Ik zou willen dat de zon bij het opgaan besloot dat het zijn dag niet is. Terugkrabbelt en weer in bed kruipt en vergeet dat de wekker niet is gesnoozd. Dat we landelijk afspreken, op zulke momenten zelf ook maar een oogje toeknijpen?
Ik weet niet wat ik met mezelf aan moet, hoe moet je het interpreteren als je denkt dat je binnenstebuiten bent afgeleverd? Een kraan in plaats van een tweedehands maar nog bruikbaar stuk omlijsting van een schilderij? Zou Heidegger ook weten dat een landweg soms onbegaanbaar kan zijn? Zou die geven om mijn beslommeringen? Of is hij voor zichzelf filosoof geworden?
Geef me in godsnaam iets meer tijd om te recupereren, op adem te komen van heftige natte dromen. Ook al heb ik die eigenlijk niet eens, maar bij wijze van. Wel denk ik soms over je na. Niet meer in tranen maar wel in treinen
wagonnetjes die steeds hetzelfde spoor afrijden. Met voornamelijk Waarom als station en Waarmoethetheen. Ik heb bij die eerste nog geluncht, fantasieën gehad over vrouwen in trouwjurken, stilgestaan bij een gallerij. Volmondig gezegd…
Ja, ik wil.
Weteringpark
Kauwen en eksters zoeken naar voedsel en in het op de grond bezaaide bladerdek worden gasten verwelkomd alsof het feest gister was en de slingers al zijn gaan hangen. Maar het is de tijd van het jaar, de lente komt pas morgen fluisteren ze met zachte stem.
Een oud lichaam sjokt achter haar rollator aan, zelfs voor winterse eikenbomen heeft dit park nog plek. De molen draait fier en het water kabbelt tegen de kade. Aan de horizon de grote stad
waar mensen bezig zijn met de tijd, deadlines en over een uur een afspraak. Dichterbij vertellen uitgelaten honden hun verhalen.