Ze leek te weten wie ze was
En hoe iedereen haar wilde
Hoe te lachen in gezelschap
En haar vreugde met hen deelde
Ze kende ja in alle talen
En van ruzies wist ze niks
Heel soms was ze wel iets stiller
Maar opvallend was het niet
Ja ze voldeed aan alle normen
Nananana
Nananana
Maar kijk
Ze wist niet eens meer wie ze was
En dacht dat niemand haar meer wilde
En dat lachen in gezelschap
Was om zich vreugde te verbeelden
Het woordje nee had ze verleerd
Om zo ruzies te voorkomen
En in die stiltes leek haar hoofd
Van zelfhaat te overstromen