We zijn inmiddels gestart met het online Atelier ‘Het verstoorde leven, leven in tijden van corona’. Dwarslopers schrijven terug of door op dagboekpassages van Etty Hillesum. Naar aanleiding van de passage van week 1 schreef Dwarsloper Zuma de tekst ‘Dat wat woedt’.
Lieve Etty,
Soms durf ik niet te beginnen aan een tekst. Vaak ook wel, trouwens, want als ik het voor mezelf doe is het anders. Dan maakt het niet uit als zinnen afbrokkelen, woorden alledaags zijn of het handschrift onleesbaar is. En dan heb ik het nog niet eens over de inhoud. Dat soort dingen schrijf ik dan ook zeker niet op plekken die gevonden kunnen worden, want mooi is anders. En ik wil mooi zijn.
Het is makkelijker om te beginnen als ik weet dat niemand het ooit zal lezen. Het leidt ook nog eens tot rauwere teksten, porrend in mijn diepste groeven. Althans, dat dacht ik. In feite zijn mijn meest bevrijdende schrijfsels tot nu toe gericht aan publiek: zinnen met metaforen, vragen, concrete bevindingen. Paradoxaal genoeg zijn het juist ook deze teksten die het minst oprecht kunnen zijn. Dan wil ik te hard mooi zijn, dus ga ik overdrijven. Dan wortel ik me in wonden die ik zelf niet meemaak, of vorm ik zinnen met als enige functie het voeden van mijn ego.
Ook nu is die drang aanwezig. Ik moet iets zeggen, ik moet ergens op uitkomen. Zo niet, dan faal ik in hetgeen waar ik zo vaak droom goed in te zijn. Weet je, Etty, ik ben bang voor jouw teksten, jouw inzichten en beelden. Ik wil je dagboek niet lezen, want ik wil niet dat je me overtreft. Ik hou liever de schijn op, dan dat ik me overgeef aan dit leerproces. Ik denk hoog van mezelf, maar alleen omdat ik andermans potentie niet tot me durf te laten.
Sorry daarvoor.
Ook aan mezelf, want al in de eerste zinnen die ik van je lees voel ik een bepaalde herkenning, nee, verbinding in wat je zegt. Elk geschreven woord inspireert me om te reageren. Het voelt niet als een wil, maar als noodzaak. Al is dat misschien wel gewoon om aan de wereld te laten zien dat ik óók bezig ben met de dingen waar jij je mee bezighoudt. Zo van: Kijk mij Etty evenaren, ik ben echt wel even groots al zij was.
Etty, ik wil met je mee stromen, maar mijn jaloezie zit naast me. Tegen me aangeplakt zelfs. De anderhalve-meter-regel deert haar niet.
En toch voel ik ook iets anders. Iets dat niet plakt, omdat het ook niet los kan. Iets dat woedt, overal.
Ik hoop dat je begrijpt wat ik hiermee wil zeggen. Ik denk het wel.
Goed, genoeg. Voor nu.
Liefs,
Zuma
Beeld © Berend Hoge