Dag Morris
Weet je het nog? Een doodgewone woensdagmiddag in februari. Weinig wolken zweefden in de lucht, de zon scheen fel en het was windstil. Van de takken aan de bomen en het water in de sloot was namelijk weinig beweging zichtbaar. Alsnog zou het koud zijn geweest, net als andere dagen in februari. Maar goed, je voelde er zelf weinig van. Je zat achter je bureau op je slaapkamer, in het huis van je vader in Vreeland.
Je was ziek. Die ochtend was je wakker geworden met stekende keelpijn, een verstopte neus en spieren in het lichaam die opeens een paar kilo zwaarder geworden leken te zijn. Omdat je die dag toch niet naar school hoefde, maar ook omdat je op dat moment geen redenen kon bedenken om het anders aan te pakken, had je besloten om te blijven liggen. Uiteindelijk trok rond 11 uur een steeds sterker wordend gevoel van honger je over de streep. Na een snel ontbijt was je echter alweer snel in bed gedoken. Twee uur later had je er alweer genoeg van, maar je toenmalige staat van zijn bood weinig opties. In plaats van te gaan sporten, het voetbalelftal van je jongere broertje te trainen, wat op de piano te spelen, of je eindelijk een keer goed in je vervolgstudie te verdiepen, ging je achter je bureau zitten.
Een blauw bureau, tussen twee balken in. Een kleine ruimte scheidde de achterkant van het bureau van het schuin afdalende dak. Veel verschillende spullen die verspreid liggen, waarbij geen van deze dingen veel harder dan de ander om aandacht vraagt. Een stapel aan de rechterkant met geschreven teksten en andere creaties die je dat studiejaar had voortgebracht, maar ook je middelbareschooldiploma van het jaar daarvoor en een paar tijdschriften. Links drie boeken, die je twee maanden daarvoor met Sinterklaas had gekregen. De fel witte kaften verraadden al dat er sindsdien weinig mee was gebeurd. Het werd tijd om er eindelijk eens aan te beginnen. Vandaag was er helaas nog geen aanzet toe, en zouden ze tussen de rest van de spullen blijven liggen.
Aan de linkerkant leek de rust te regeren. Een oude grijze pot, die je als aandenken had gekregen na het overlijden van opa Teun zeven jaar geleden. Een post-it houder waarvan de simpele vorm een hond voorstelde, in wiens bek je een post-it kon klemmen. Een bakje met kleingeld in de vorm een gele m&m, alle fooi bij elkaar gespaard als maaltijdbezorger. Aan de voorkant van het bureau lag het zwarte notitieboekje, opengeslagen op de pagina met een eerder geschreven tekst. Een rode mok thee met honing, om de pijn hopelijk enigszins te verzachten. Toch keek je vooral inspiratieloos naar het scherm van je laptop, terwijl de zinnen als echo’s langsschoten, waardoor je ze moeilijk kon identificeren.
Weet je het nog? Deze dag zou waarschijnlijk weinig aanstalte maken om er één te worden die lang in de geest zou blijven hangen. Geen bijzondere mijlpalen of prestaties die je had geleverd. Geen buitengewone dingen die zich voor je ogen afspeelden of geluiden die je kon blijven horen, ook al hoorde je ze lang daarvoor. Geen bijzondere inzichten die je had gekregen, die de basis zouden leggen voor een onverwachte koerswijziging in je leven. Het was eigenlijk een doodgewone woensdagmiddag. Eentje die moeilijk van de andere woensdagmiddagen daarvoor of daarna te onderscheiden was. Het feit dat je door lichamelijke kwalen grotendeels uit het ritme van de dag was getrokken, leek hier weinig aan te veranderen.
Misschien weet je wel andere dingen te bedenken. Komen sommigen voorwerpen je bekend voor? Leiden die je door naar andere momenten die je wél voor de geest kan halen? Eventueel heb je dit bij de gele bak, die je doorverwijst naar je eerste werkdag als maaltijdbezorger, toen een groepje jongeren een fles pis in je gezicht gooiden. Toch lijkt het reëel om te stellen dat deze dag zelf redelijk snel uit je geheugen verdwenen is. Verdrongen door alle belangrijke momenten die daarna gebeurd zijn. Op geen enkel moment is er meer naar teruggekeken. Geen enkele commotie zou er ontstaan wanneer hij besloot om er maar vandoor te gaan.
Hoeveel tijd is er eigenlijk sinds deze dag voorbij gegaan? Zit je nu in Utrecht, begonnen aan Muziek & Technologie op de HKU, of is het toch iets anders geworden? Ben je al klaar met studeren, de werkvloer opgegaan en je eigen toekomst aan het vormgeven nu je er eindelijk middenin zit? Ben je getrouwd, heb je kinderen gekregen, of zit je middenin een crisis? Ben je al oud en kreupel, je laatste dagen tellend, terugkijkend op een leven dat nooit is geworden wat het kon zijn?
De doodgewone woensdagmiddag aan je bureau is dan waarschijnlijk al lang en breed verdwenen uit je hoofd. Onbelangrijk, geesteloos en alledaags. Een bladzijde die weinig verschilt met de pagina ervoor en die erna, waarvan geen enkele vorm van inhoud er genoeg boven uitstak om 200 bladzijden later nog enige significantie te hebben. Het had er net zo goed niet kunnen zijn.
Daar is niks van waar. Het is er geweest, en het heeft een stempel achtergelaten die er altijd zal blijven, al is die niet zichtbaar. Een onderdeel van een ecosysteem wat alsmaar in beweging zal blijven, zoals dat die ene dag in februari ook al aan de gang was. Waarbij de kleinste aanpassing een wereld zal vormen die misschien niet eens meer lijkt op de wereld die het eens was.
En hoewel dit moment vooral onzichtbaar zal blijven, heeft het wel iets gebracht waardoor het alsnog buiten jouzelf is vereeuwigd is. Hetgene wat je die dag achter je laptop, naast je opengeslagen boekje en de rode mok met thee, toch nog in woorden hebt kunnen brengen.
Deze tekst
Beeld © Sander Heezen