Shortread

De regen

Ik doe voorzichtig mijn schoenen uit. Eerst mijn linkerschoen en sok, dan herhaal ik het bij mijn andere voet. Langzaam glijdt de sok van mijn rechtervoet en sta ik met mijn blote voeten in het gras. Ik wiebel zachtjes met mijn tenen en voel het gras, dat nog licht vochtig is van de ochtenddauw, onder mijn voeten. Ik probeer al mijn aandacht te richten op het gevoel van het gras. Hoe het meebeweegt met mijn voeten, hoe de dauwdruppels mijn tenen kietelen en hoe, als ik mijn tenen naar beneden duw, ik de aarde onder me kan voelen. Hier staand denk ik aan waar mijn voeten al geweest zijn. De vele steden, stranden en huizen op allerlei plekken over de hele wereld. Dat meer in Canada, de boot in Griekenland, het strand in Portugal.

Ook realiseer ik me waar ze nog niet zijn geweest. Ik denk altijd aan wat ik wil, maar ben ik wel overal geweest waar mijn voeten heen willen? Mijn trouwe voeten die mij overal naartoe hebben gedragen, zelfs die ene keer toen ik mijn voet had opengehaald in het zwembad in Thailand. Zachtjes beweegt de wind het gras tegen mijn voeten aan. Heel even sluit ik mijn ogen en geniet ik van de sensatie van het gras onder mij en de zon boven mij. Terwijl ik hier zo vroeg in de ochtend sta, met de zon die pas net op is en alle beestjes en vogels die net wakker worden als getuigen, neem ik me voor om ooit overal heen te gaan waar mijn voeten mij dragen.

Opeens voel ik een koude, natte druppel op mijn voorhoofd. Ik kijk op en dan valt er nog een druppel, op mijn neus dit keer. Al snel verandert de miezerregen in een stortbui. Ik pak snel mijn schoenen en ren naar de dichtstbijzijnde boom. Die geeft niet veel beschutting. Ik ben al te ver het bos in, dus is er geen andere plek waar ik zou kunnen schuilen. Ik glimlach en sluit nogmaals mijn ogen. Voorzichtig leun ik naar achter. Zachtjes raakt mijn rug de boom. De boom voelt sterk en vast tegen mijn rug, alsof het nooit zou kunnen vallen. Deze boom staat hier misschien al eeuwen, bedenk ik me. Dat er iets is dat zo lang kan bestaan, maar ook zo snel kan vallen verbaast me.

Leunend tegen de boom luister ik naar het geluid van de regen. Ik voel mijn lichaam langzaam ontspannen. Nu ik hier zo sta, nat en zonder schoenen ben ik me opeens bewust van hoe mooi de regen is. Het geeft zo veel leven, wat het geluid van de regen nog fijner doet klinken. Opeens voel ik een koude rilling over me heen gaan die me uit het gevoel haalt. Ik open mijn ogen en kijk om me heen. Ik ben me er erg bewust van dat ik, op dit moment, heel veel geluk heb. Vele landen kennen regen niet zoals ik het ken. Sommige mensen zullen nooit het gevoel van met blote voeten door nat gras lopen ervaren. Sommige mensen hebben de luxe niet om naar buiten te gaan en een moment te nemen om van de natuur te kunnen genieten. Er ontsnapt een lange, diepe zucht. Ik stop mijn handen langzaam in mijn, nu al aardig vochtige broek en voel dat er druppels op mijn hoofd beginnen te vallen. De bladeren zijn nu dus niet sterk genoeg meer om de regendruppels tegen te houden. Een druppel glijdt over mijn wang. Ik veeg hem snel weg, voordat iemand het kan zien.

Dan valt mijn blik op een klein vogeltje dat tussen de bomen door vliegt, op zoek naar een droog plekje. Soms wou ik dat ik een vogeltje kon zijn. Zo vliegend zonder me bewust te zijn van de wereld om mij heen, mijn enige zorg zijnde dat ik voedsel moet vinden en een nestje moet bouwen. Als ik een vogeltje was, dan zou ik overal heen kunnen vliegen. Dan zou ik altijd het gevoel van de wind op mijn gezicht en de regen op mijn lichaam kunnen ervaren. Dan zou ik echt vrij zijn.

Toch ben ik liever een mens. Zonder zorgen zou ik niet zijn wie ik nu ben. Zonder gevoelens zou ik hier nu niet staan. Zonder besef zou ik niet weten waar ik nu ben en zou ik net zo goed nergens heen kunnen gaan. Het begint langzaam zachter te regenen. Ik besluit om onder de boom vandaan te komen en terug de wereld in te gaan.




Beeld © Sam Philips