Longread

Wat kenmerkt generatie Z? Een interview met Motivaction

De redactie ging in gesprek met Frits Spangenberg. Met zijn bedrijf Motivaction doet Frits sinds 1984 onderzoek naar verschillende generaties, waaronder onze generatie, dus wie kan ons beter iets vertellen over de krachten en zwaktes van onze generatie dan hij? Daarom zijn wij op bezoek gegaan bij het hoofdkantoor van Motivaction in Amsterdam. In een van de vergaderzalen van dit moderne gebouw troffen we Frits aan.

Al snel ging het gesprek over de kenmerken van onze generatie, of beter gezegd, de kenmerkende waarden. Want wat al snel duidelijk werd, is dat het vrijwel onmogelijk is om door middel van generalisatie een doorsnede van onze generatie te maken. Generaties zijn simpelweg niet homogeen omdat elk individu anders is. Om toch te kunnen onderzoeken wat er speelt onder jongeren, meet Motivaction voornamelijk welke waarden er leven onder de jongeren, wat ze belangrijk vinden en hoe dat komt. Bepaalde waarden kunnen aanwezig zijn in elke generatie, maar wanneer je elke paar jaar onderzoekt welke waarden belangrijk zijn voor jongeren, wordt een tendens zichtbaar. Sommige waarden worden populairder en andere verdwijnen langzamerhand naar de achtergrond. Zo zijn er enkele waarden in onze generatie oververtegenwoordigd in vergelijking met andere generaties: uit onderzoek blijkt dat jongeren van nu meer gefocust zijn op uiterlijk plezier, kicks, rijkdom, roem en persoonlijk succes. Daartegenover is een aantal waarden juist ondervertegenwoordigd: er is minder interesse voor maatschappelijke zaken zoals milieu, cultuur en persoonlijk welzijn. Hoewel je niet kunt stellen dat deze trends gelden voor elk individu binnen de generatie – we zeiden al, elk individu is anders-, is het wel duidelijk dat deze ontwikkelingen sterk aanwezig zijn en dat ze in ieder geval veel sterker aanwezig zijn dan bij de vorige generaties. Het is overigens best lastig te bepalen welke waarden belangrijk zijn voor het individu. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat de vormende periode erg belangrijk is in de ontwikkeling van iemands waarden. De vormende periode loopt van je geboorte tot aan je 24e. Het blijkt maar zelden voor te komen dat kernwaarden na iemands 24elevensjaar nog veranderen. In deze periode sta je bloot aan veel prikkels die je waardenschaal bepalen.

Maar hoe uit zich de tijd waarin je bent opgegroeid? Hoe vertaalt zij zich in kernwaarden? Het volgende voorbeeld illustreert dat het verschil in tijd waarin iemand opgroeit verschillende waarden oplevert. Evenals veel van zijn generatiegenoten, groeide Frits Spangenberg op tijdens de naweeën van de Tweede Wereldoorlog. Er was sprake van schaarste. Hij en de meesten van zijn leeftijdsgenoten hadden één broek en één paar schoenen en dat was normaal. Vervolgens zag hij de welvaart in Nederland toenemen, maar hij is nooit vergeten hoe het is om in schaarste te leven. Daarom is hij van nature gewend altijd wat achter de hand te houden, niet te uitbundig geld uit te geven en gedisciplineerd met impulsen om te gaan. Onze generatie is daarentegen opgegroeid in een periode waarin de welvaart al hoog was en alleen maar leek toe te nemen. Velen van ons zijn opgevoed met ouders die ons veel konden geven en van schaarste was weinig sprake. Hierdoor zijn wij gewend om veel te krijgen zonder er veel moeite voor te doen, altijd ons persoonlijke plezier na te streven en gulzig om te gaan met impulsen. Geen van deze waarden is beter, ze zijn gewoonweg een product van hun tijd. Zo kan het zijn dat en oudere generatie te weinig geniet van het leven of dat een jongeren generatie zich uit overmoed in de schulden steekt.

Een belangrijke factor in de vormende periode zijn de rolmodellen die je hebt. Veel jongeren uit onze generatie hebben een rolmodel dat het decadente gedrag versterkt. Hierbij kan je denken aan popsterren en andere celebrities die tegenwoordig gevolgd worden via sociale media. Daardoor wordt vaak ook hun decadente privéleven zichtbaar voor volgers, die vaak ook navolgers zijn. Dit leidt ertoe dat decadent gedrag een statussymbool wordt. Maar sommige jongeren kiezen voor een heel ander rolmodel. Voor een grote groep jongeren is het rolmodel veranderd van de ‘kritische, sobere en maatschappelijk geëngageerde intellectueel’ naar ‘de gewiekste, hippe, brutale en handige jongen of meid’. Wat we dan ook niet moeten vergeten, is dat een hoop jongeren hun voorbeelden niet vrijwillig kunnen kiezen, omdat zij niet uit een stimulerende omgeving komen. Zij hebben bijvoorbeeld ouders die niet veel meer doen dan realitysoaps kijken en ze hebben nog nooit een concert bezocht of een museum van binnen gezien. Als je simpelweg niemand om je heen hebt die je stimuleert om opzoek te gaan naar een rolmodel dat jou inspireert om jezelf te ontwikkelen of je steun biedt in moeilijke tijden, dan blijven de negatieve rolmodellen over. Zo zie je dat in veel achterstandswijken Willem Holleeder als icoon wordt gezien. Holleeder is natuurlijk een crimineel, maar voor jongeren uit achterstandswijken is hij een voorbeeld van iemand die het gemaakt heeft in de wereld.

Een groot risico voor onze generatie is vrijheid en gelijkheid. Dit klinkt verwarrend, maar wat bedoeld wordt is dat wanneer met name ouders en docenten weinig discipline en regels voor hun kind stellen, het kind alleen maar doet wat het wil. Het raakt niet gewend om te werken voor wat het wil. Daarom wordt onze generatie door Frits Spangenberg ook wel de “grenzeloze generatie” genoemd. Wij leven in een tijd waarin alles kan en “the sky the limit”  is. Dit werkt wel tweezijdig. Aan de ene kant kan je namelijk alles doen, heb je enorm veel vrijheid en is niets te gek, maar aan de andere kant is het makkelijk om door een zekere grenzeloosheid in een neerwaartse spiraal terecht te komen van overmatig drank-, en drugsgebruik, grote schulden en criminaliteit.

We stellen vast dat het Liberal Arts Tussenjaar ons juist die vrijheid en gelijkheid biedt. Maakt het Liberal Arts Tussenjaar ons dan lui? “Absoluut niet!” zegt Frits. Dan blijkt de positieve rol van het rolmodel in het Tussenjaar: wanneer jongeren omringd worden door hardwerkende, gemotiveerde en ambitieuze studenten en docenten, dan geeft dat de impuls die hen ertoe aanzet om zelf harder te werken en daadwerkelijk stil te staan bij hoe ze de wereld zien. Als de motivatie er eenmaal is, dan hoeft de docent alleen maar een kader te geven waarbinnen een student zich naar eigen vrijheid kan verdiepen in verschillende onderwerpen, met als doel zelfontwikkeling. Dan zal de student zelf het onderste uit de kan halen. Dat is waarom en vrije opleidingsvorm, waarin de student naast de docent staat, ideaal is wanneer alle betrokkenen gemotiveerd en ambitieus zijn. De kwaliteit van de instelling van de betrokkenen is van cruciaal belang voor het stimuleren van de impuls van het individu.

Tot slot nog een advies voor ons van Frits Spangenberg:

“Wat ik heel belangrijk vind, is dat je nagaat waar je kwaliteiten en je passies liggen. Gebruik je tijd goed! Tot je 24eis het de tijd om te leren en te experimenteren, want daarna kost het steeds meer moeite om iets nieuws te leren. Veel jongeren gebruiken deze tijd goed, maar er zijn ook veel 15-jarigen die de hele dag blowend op de bank zitten. Een heel mooi gezegde uit de Engelse literatuur vind ik dan ook: ‘Youth is wasted on the young’. Voor hen die deze tijd wel goed gebruiken door hun talent te ontwikkelen, is de ‘sky’ inderdaad ‘the limit’. En dat is mooi, want iedereen heeft een talent en iedereen kan iets goed. En het is heel belangrijk om je talent te ontdekken. Als je weet en doet waar je goed in bent, dan zit je lekkerder in je vel. En overal in je studie en werk kan je je daarin ontwikkelen. En dan wordt je zelf gelukkiger en kan je ook meer voor je omgeving betekenen.”