Humans of Europe

Een tuin vol gesprekken – Jula & Martha

Al een paar dagen liep ik s ’middags met Flore door de straten van het dorpje Perócsény heen en weer. Heen en weer naar het huis van Jula en zijn vrouw Martha. Het huis waaromheen een prachtige grote tuin was aangelegd met daarin een moestuin, bloemenperken en een grote oude schuur. Alles in traditionele Hongaarse stijl.

Helaas waren we al twee keer langs gegaan zonder succes; ze waren niet thuis geweest. Flore keek hier niet echt raar van op want ze hadden ook een appartement in Budapest. Het kon dus best dat ze daar doordeweeks waren.

Vandaag, zaterdag 25 mei, hadden we wel geluk. Toen we aan kwamen lopen stond het tuinhekje al uitnodigend open, we hoorde het geluid van een grasmaaier en zagen de auto voor het huis staan.

We liepen de tuin in en zagen we daar inderdaad Jula druk in de weer met de grasmaaier.

Toen Flore aan het belletje had gerinkeld aan het begin van de tuin keek hij op, deed zijn grasmaaier uit en kwam lachend op ons afgestapt. Martha kwam nieuwsgierig de schuur uit gelopen. We schudde elkaar de hand. Ze leken me gelijk al erg sympathieke mensen.

Flore kende hen al via zijn ouders dus praatte eerst even wat in het algemeen maar toen kwamen we tot onze eigenlijke missie: of ze tijd en zin hadden in een gesprek met mij voor ons project ‘Humans of Middle Europe’. Ze waren gelijk al enthousiast en we spraken af dat ik s ’avonds terug zou komen voor het gesprek.

Zo stond ik om zeven uur s ‘avonds weer in de mooie tuin waar de avondzon alles met een dun goud randje kleurde. Jula stelde voor om achter in de tuin aan tafel te gaan zitten waar we nog konden genieten van de laatste zon. Martha bracht een dienblad met heerlijke verse muntlimonade, koffie en koekjes. De sfeer was perfect voor een goed gesprek.

We praatte eerst over van alles en nog wat, over onze reis, wat ons tussenjaar aan de Vrije Hogeschool nou eigenlijk inhield en over wat ik wilde gaan doen na dit jaar. Na een tijdje pakte ik mijn boekje met vragen erbij om te zorgen dat ik ook nog wat van mijn opgestelde vragen beantwoord kreeg.

Het eerste wat ik hen vroeg is hoe zij aankeken tegen en misschien ook wel beïnvloed werden door de moderne tijd met haar technologie, werkdruk en de enorm gegroeide wereldbevolking. Ik vertelde hen dat ik persoonlijk vaak veel stress en onrust kan ervaren door deze factoren. Ze antwoorden dat dit voor hen eigenlijk heel erg meeviel. Zij groeide op in een totaal andere tijd, waarin de digitalisering nog maar in een beginstadium was. In een tijd waarin je s’ochtends naar werk ging en s ’middags weer terugkwam en je dan ook echt vrij was. Nu gaat het werk gewoon door op de computer of telefoon. Dit zien ze ook sterk bij hun eigen kinderen. Die hebben een heel ander werk- en leef ritme dan zijzelf. Het huisje in Perócsény hebben ze al dertig jaar. Dit was altijd al een oase van rust om in de weekenden en vakanties heen te gaan met de kinderen.

Vervolgens hadden we het over Perócsény zelf. Jula verteld dat het dorp lang geleden bruisend en welvarend was. Er woonden veel boeren in de omgeving, het dorp had meerdere winkels en er woonden zowel gezinnen als ouderen. In de weilanden rond het dorp graasde wel zo’n vijfhonderd koeien, waar er vandaag de dag nog slechts een paar rondlopen. Het dorp heeft nog één cafeetje. Er was een grote siroop fabriek die vele soorten rood fruit vanuit de heuvels rond het dorp verwerkte. Deze fabriek heeft enkele jaren geleden de deuren moeten sluiten.

‘Tegenwoordig is er bijna elke week een begrafenis’, zegt Martha met een ernstig gezicht. Ik merk dat ik het heftig vind dit alles te horen. Natuurlijk ken ik het toenemende fenomeen van verstedelijking waardoor dorpen vergrijsd en verwaarloosd achterblijven, maar hier zit ik zelf in dit levende voorbeeld. We zijn het er met z’n drieën over eens dat dit in Europa, en waarschijnlijk ook wereldwijd, een groot probleem is waar nog niet een directe oplossing voor is.

Hierna vroeg ik of zij zich bezighouden met klimaatverandering. Beide zeiden ze zeker op de hoogte te zijn van de feiten en dat ze hier zelf ook bij stilstaan. Ze zien ook in hun eigen omgeving en land hoe klimaatverandering al voor verandering zorgt. Jula verteld hoe de streken in de omgeving van Perócsény altijd perfect geschikt waren voor frambozen, blauwe bessen en aalbessen. Er is tegenwoordig steeds meer irrigatie nodig om deze fruitsoorten te kunnen onderhouden. Ze vinden het erg goed om te zien hoe geïnteresseerd de jeugd over het algemeen in dit thema is en moedigen dit ook zeker aan.

Toen vertelde ik hen over het thema van onze reis ‘Betovering en Onttovering’. Dat wij als studenten op zoek zijn naar het betoverende van andere culturen, het betoverende van de natuur die wij op deze reis hebben gezien, de ontmoetingen en verhalen van onbekende, de vreemde grote steden. Ze maken allemaal een bepaalde indruk op je die je vaak niet snel zult vergeten. Ook vroegen wij ons af of we de moderne wereld ‘onttoverd’ kunnen noemen en wat de invloed hiervan zou zijn op onze samenleving.

Ik vroeg Jula en Martha hoe zij hier over dachten. In eerste instantie had ik het idee dat ze niet helemaal goed begrepen wat ik bedoelde want ze keken me een beetje verward aan, maar toen ik het nog wat probeerde toe te lichten gingen ze er wel op in. Martha zei dat ze de wereld om haar heen persoonlijk niet als ‘magisch’ ervaarde maar dat ze wel heel dankbaar was voor de aarde, natuur en de mensen om haar heen. Ze zei dat zij en Jula beide eerder rationele mensen waren die geloven in de wetenschap. Dit antwoord verbaasde mij wel lichtelijk want ze kwamen op mij wel in bepaalde mate spiritueel over. Toch vond ik het mooi hoe ze op haar manier dan ook die dankbaarheid voelde voor het leven om haar heen.

Via deze vraag kwamen we op het onderwerp religie en geloven. Ik zei dat ik niet geloofde in een bepaalde religie maar dat ik wel het idee heb dat wij als mensen met een bepaalde lotsbestemming op aarde komen. Ik vond het lastig dit aan hen te omschrijven omdat ik het zelf ook niet helemaal snap maar het wel voel. Een vorm van bepaalde spiritualiteit zal dit wel inhouden. Ook zei ik dat ik dacht dat door de grote afname van gelovigen hier in het westen de vraag naar wat de mens hier op aarde doet, een mens als individu, misschien wel steeds groter wordt.

Jula vertelde hierop hoe het communisme in Hongarije en andere landen in Oost-Europa had gezorgd voor grote afname van het aantal religieuze omdat het communisme de kerk verbood. Toch bleven veel mensen in het geheim nog wel geloven. Het punt van wat hij uiteindelijk vertelde was dat hij dacht dat wij als mensen niet altijd iets boven onszelf hoeven te zoeken of we een religie nodig hebben om de rede van ons bestaan te verklaren. Martha vult daarop aan dat als iets voor haar en Jula een rede van bestaan zou zijn dat wel hun kinderen en kleinkinderen zijn. Hun familie is erg hecht en liefdevol. Het grootste gedeelte van hun tijd gaat naar hun familie en dat vinden ze heel belangrijk en hier zijn ze trots op. Zoals ik al dacht na hun antwoord op de vorige vraag stonden ze niet geheel open voor het idee over de lotsbestemming, in ieder geval niet echt in spirituele zin. Dit creëerde voor mij juist de uitdaging om me te verplaatsen in hun perspectief en daar ook het mooie van in te zien; zij zijn mensen die dicht bij de aarde, hun familie en zichzelf leven en daarin vertrouwen en genoegen mee nemen.

Ondertussen was de zon allang tussen de heuvels verdwenen en begon het al te schemeren. We zouden nog gaan eten met de groep, waar ik eigenlijk al te laat voor was, dus ik nam afscheid van Jula en Martha. We bedankten elkaar voor het mooie, interessante gesprek dat we hadden. Het voelde bijna als het afscheid nemen van een opa en oma die ver weg wonen, toen ik door het hekje de tuin uit liep en zij mij uitzwaaiden.

 

Door Jura Maingay