Iedere dag sta ik op en geef ik de angst een omhelzing ter afscheid, in plaats van in diens gevangenis te blijven zitten. ‘Blijf maar thuis,’ fluister ik dan, ‘ik zie je vanavond wel weer.’ Ik wil namelijk helemaal niet in een hokje, dan ga ik steigeren.
Het lukt me steeds beter om geen gevangene te zijn van angst, maar als ik deel met de wereld wie ik ben, wat ik denk, wat ik maak, kom ik toch weer in een hokje. Zo werkt de wereld nu eenmaal. Mensen willen graag categoriseren. Ik bewapen me met een pen, met mijn stem, soms met verschillende snaarinstrumenten om afbakeningen af te vechten. Om taboes te doorbreken. Om ervoor te zorgen dat ik iemand ben waarbij mensen zich thuis voelen.