Shortread

#1233

Toen ik even geleden mijn tanden poetste, zag ik erop toe hoe het putje het water in de wasbak naar beneden trok. Ik keek hoe mijn spiegelbeeld een voorzichtige vinger onder haar wenkbrauw legde en haar ooglid wat omhoog duwde. Het kan zijn dat ze zich afvroeg of haar ogen een verhaal vertelde dat ze nog niet kende. De kleur van haar ogen is niets bijzonders, dat zwarte, onbekende midden is pas echt een verhaal. Hoe het de kleur om zich heen opslokte toen ze het licht uit deed.

Toen ik daarna ging liggen, danste de kamer rondjes om mijn bed en zwommen beelden in mijn hoofd, als een zware bas die zich moeizaam door de lucht beweegt. Koude vingers en schrale lippen op de fiets. Etiketten die steeds van groene flesjes waren afgepeuterd en in een hoopje kleine krulletjes op de bar lagen. Vijftig vierkante meter aan op elkaar gepakte lichamen en op en neer bewegende hoofden.
Misschien dat ze morgen alweer anders zouden zijn.
Morgen. Iets waar iedereen me steeds naar vraagt.
Mensen dwingen me na te denken over iets wat er niet is, en dat denken over niets heb ik mezelf juist af proberen te leren. Het voelt als één groot verloren spelletje Tetris. En ik ben het laatste blokje; ik pas eigenlijk nergens meer.

Dit is de zoveelste keer de afgelopen maand dat ik je heb proberen te bellen. Natuurlijk was je er weer niet. Vaak vind ik dan ook dat ik het maar op moet geven, dat het ontzettend stom van me is om zo vaak aan je te denken als je zo onbereikbaar bent. Ik geef het toe, ik bel je inderdaad vaker op dit tijdstip, maar de laatste tijd zelfs wel eens overdag. Je begint met beide ellebogen mijn andere gedachten aan de kant te duwen, alsof je vindt dat er vast nog wel ergens plek moet zijn. Voor jou altijd, verzucht ik dan, terwijl ik de plotseling minder belangrijke dingen tegen de wanden van mijn schedel duw. Het ziet er daar inmiddels uit als een oud huis waar laag na laag aan behang overheen is geplakt.
Waarom staan we het onszelf toch toe te houden van iemand die er niet is? Ik weet dat je het druk hebt met veranderen dus ik verwijt het je ook niet per se. Al zou ik dat wel graag willen. Dat is nu eenmaal makkelijker. Hoe ik het ook wend of keer, ik heb het nodig dat je bestaat.

Ik wil graag weten hoe het met je gaat -hoe gaat het? Dat is wel meer uit eigenbelang, moet ik erbij zeggen. Alle andere vragen die ik heb eigenlijk ook. Als ik een sigaret opsteek of mijn hoofd licht wordt van de drank, voel ik in mijn maag de woede van een klein meisje dat ik al lang niet meer ben. Daarna komt wel eens de realisatie dat ik haar waarschijnlijk altijd zal zijn. Zul jij haar ook nog eens ontmoeten? Ik denk dat van ons twee, jij de enige bent die dat weet. Als ik alles goed doe en je trots maak, zul je dan sneller langskomen? Soms vraag ik me af of je niet opneemt omdat ik al te veel heb gedaan om je aandacht te trekken. Het spijt me als ik te vaak heb gedaan alsof je niet bestond. Het spijt me ook van de keren dat ik zachtjes schreeuwde dat ik je niet wilde tenzij je perfect was of toen ik veel te hard zweeg dat ik je helemaal nooit meer wilde zien. Soms ben ik een bliksemschicht, op zoek naar het hoogste punt om in te slaan, daar waar ik met zo min mogelijk moeite zoveel mogelijk schade aan kan richten. Ik meende het niet, denk ik.

Hoe weet ik het als je er bent? Wil je me dan een seintje geven? Iets van een diploma voor mijn vervolgopleiding, of een huis of een baby. Een begrafenis mag zelfs ook. Gewoon iets waardoor ik weet dat de tijd vooruit gaat en dat ik vooruit ga en dat ik er bijna ben; het is niet eerlijk dat je steeds hard wegrent als ik dichterbij kom. Wat ik eigenlijk het allerliefst wil weten, is hoe je eruit ziet. Misschien een beetje ongepast, maar ik kan je gewoon niet voor me zien, snap je? Ik bedoel, wat als ik je tegenkom en je per ongeluk misloop omdat ik je niet zo goed kan herkennen? Dat zou toch érg zijn? Als je toch geen antwoord gaat geven, mag ik dan zeggen wat ik hoop?
Ik hoop rooskleurig.

Bel je terug?
Ik zie wel,
Luister jij maar eerst.

‘De voicemailbox van het contact Toekomst is momenteel vol.
Uw bericht wordt verwijderd.’

 

 

Beeld © Sander Heezen