In het eerste blok van het Liberal Arts Tussenjaar aan de Vrije Hogeschool zijn de studenten in verschillende Labs (wetenschappelijke vakken) gedoken.
Eén van de Labs was Culturele Antropologie: Into The Wild, gegeven door Etrona van der Heijden.
Daar werd er gekeken naar jouw plek in de samenleving. Hoe verhouden we ons tot de vele structuren in de maatschappij?
Het Lab werd afgesloten met het schrijven van een Essay. Hier zijn mooie inzichten en standpunten gevormd door met elkaar in gesprek te gaan vanuit je eigen normen en waarden. Dit willen wij graag met jullie delen.
Ik loop in het bos en luister. Ik hoor het zachte getik van de regen op de bladeren. Onder mijn schoenen kraakt een eikel. Een windvlaag doet de bladeren van het boompje naast mij ruisen. Mijn voetstappen landen met een lichte dreun op de aarde onder mij, dan weer maken ze een zompig of een knersend geluid. Mijn haar veegt langs mijn jas. Een vogeltje fluit links van me. Ik hoor een andere vogel zijn roep beantwoorden. De lucht is koel in mijn longen. Vochtige lucht, die de geuren van het bos intenser maakt. Ik luister. Ik adem. Ik ben.
We denken zoveel in deze wereld dat we niet meer kunnen luisteren naar de natuur en naar elkaar. We geven ons brein teveel kracht, teveel controle. Onze hele samenleving is gebaseerd op ons brein, dit zorgt voor afleiding van de echtheid en simpelheid van ons bestaan.
Ik kom terug van het bos. Sta bij het stoplicht. Een man in een vrachtwagen draait harde, dreunende muziek en klopt afwezig op zijn stuur. Als het stoplicht op groen springt drukt hij hard op zijn gaspedaal. Door. We streven altijd naar een betere baan, meer geld, meer status, meer invloed. Volgens de samenleving van nu is dat de definitie van geluk, van ultieme vrijheid. We leven voor een aangeleerd doel. Wat nou als dat geluk en dat gevoel van vrijheid ligt in het zijn. Gewoon bestaan en luisteren. Misschien ligt geluk wel in de simpelheid van het leven. Weg met die voortdurende ruis. Als al het andere wegvalt blijf alleen ik over. Daar vind ik mezelf.
Als ik wandel en naar de geluiden om mij heen luister, vallen mijn drukke gedachten weg. De enkele langs vliegende gedachten zijn nu slechts dingen los van mij. Er is geen afleiding, geen ruis. Luisteren, ademen, zijn. De connectie met de natuur is de connectie met onszelf. De plek waar we kunnen zijn, in plaats van doen. We zijn die verbinding met de natuur meer kwijt dan ooit. Even de hond uitlaten, misschien, terwijl we nadenken over wat we moeten doen als we weer thuis zijn.
Matthew Goldman zegt hierover: “People no longer live by sun and moon, by wind and stars, but by some slyly contrived conventions known as clocks and calendars.” Ik zie dit ook terug in de wereld om mij heen, hoe we die simpelheid kwijt zijn geraakt.
Nu praatte ik over de verbinding met onszelf, maar hoe zit dat met de verbinding die we met anderen hebben? Als we niet verbonden zijn met onszelf en de natuur, hoe kunnen we ons dan verbinden met de ander? Onze samenleving van nu zorgt ervoor dat mensen zo ver uit elkaar staan. Religie, politiek en geld zorgen allemaal voor verdeeldheid. Er is steeds minder connectie, steeds minder echtheid. Oogcontact is bijvoorbeeld ongemakkelijker geworden. Kwetsbaarheid is connectie, kwetsbaarheid brengt echtheid. Dit krijgt weinig de ruimte, nu het leven een soort competitie is geworden.
Onze samenleving is zoveel op doen, de toekomst en het bereiken van succes gebaseerd. Dit creëert stress. Stress over deadlines, geld en oordelen van anderen. Stress is afleiding. Als we stress hebben schieten we in ons hoofd en nemen onze gedachtes het over. We kunnen niet meer aanwezig zijn en luisteren. Nu we steeds minder luisteren en aanwezig zijn in dit moment, verslechterd die verbinding met onszelf, de ander en de natuur.
In plaats van de kracht van ieder mens te zien, van zijn of haar manier van leven, van het ritme dat hij of zij hoort, en al die krachten te bundelen tot een geheel, duwt de samenleving iedereen in een voorgeslepen pad. Zo zitten we elkaar niet in de weg, en creëren we structuur. Hoe langer je dat voorgeslepen pad bewandelt, hoe verder je bij jezelf vandaan loopt, tot je jezelf en je sprankel kwijtraakt, je eigenheid. Thoreau zegt hierover: “als iemand niet met zijn kameraden in de pas kan blijven, komt dat misschien doordat hij een andere tamboer hoort. Laat hem stappen op de maat van de muziek die hij hoort, in wat voor maat en hoe ver ook.”
In onze samenleving neem je gewoon aan dat je een opleiding moet doen en een baan moet zoeken en moet werken, maar waarom doen we dat? Dat doen we omdat we ons veilig en vrij willen voelen. Als we maar genoeg geld verdienen dan kunnen we een huis kopen, dan hebben we voedsel en warmte tot onze beschikking. We zijn het zo normaal gaan vinden, we zijn de reden uit het oog verloren van werken en in plaats van te werken om te leven, leven we nu om te werken. Zijn wij als samenleving ons nog wel bewust welke paden we bewandelen en of dat wel de paden zijn die dicht bij ons hart liggen? Mensen die zich bewust zijn van dat pad van de samenleving en dat niet willen volgen worden bekritiseerd, niet begrepen, veroordeeld, zoals Christopher McCandless van Into The Wild.
Onze relatie tot de natuur is historisch en cultureel veranderd in de tijd. Zoals Heather Alberro dit mooi uitlegt overheersten voor de opkomst van het christendom geloofsovertuigingen zoals het paganisme. Dit geloof ging ervanuit dat het goddelijke te vinden is in de natuur, en dat de mensheid daar sterk mee verbonden is. De relatie van mensen tot de natuur veranderde toen het jodendom en het christendom uitgroeide tot de dominante religie in de westerse samenleving. Hun God werd het heilige, en werd herpositioneerd buiten de natuur. Het Oude Testament leerde dat God mensen naar zijn eigen beeld maakte en hen heerschappij over de aarde gaf.
Hoe kunnen we die connectie met onszelf, de natuur en de mensen om ons heen vergroten? Hoe kunnen we samen gaan leven, terwijl iedereen in zijn kracht en recht staat?
Laat kinderen speels zijn, laat ze ontdekken, laat ze buiten zijn en leren luisteren naar de wind en het tikken van de regen. Laten we meer aandacht hebben voor de fysieke, lichamelijke en zintuigelijke ervaringen van het menselijke bestaan, in plaats van de focus op het brein te leggen. Laten we ons verbinden met ons lichaam, dat zoveel wijsheid, vrijheid en aanwezigheid kan brengen. Zoals Zeno van Elea dat zegt: “De natuur heeft ons twee oren gegeven en slechts één tong opdat we meer zouden luisteren dan praten.” We kunnen de verbinding met anderen en de natuur vinden als we luisteren en aanwezig zijn.