Een reis naar het midden van Europa: het riep bij ons vragen op die anderen misschien niet zo snel zouden bezighouden. Kan ik daar zijn wie ik ben?
We tikten voor vertrek de gekste zoekopdrachten in (‘Mag je gay zijn in Polen, ‘Homogeweld Hongarije’, ‘Gaybar Krakow’) vonden allerlei statistieken (60% van de Poolse bevolking ziet homoseksualiteit als een ziekte waarvan je moet genezen) en uitspraken van politici (Oost-Europese campagne ‘Flikkers Verboden’: ‘Iemand kan met een afwijking worden geboren. Je hebt tenslotte ook koeien met twee koppen. Dat wil alleen niet zeggen dat we die afwijking ook als norm moeten accepteren.’) en staakten uiteindelijk nogal uit het veld geslagen ons onderzoek.
In kleine dorpjes met uitgestrekte tuinen en kilometers bos, verdween deze vraag wat naar de achtergrond, maar bij aankomst in de eerste grote stad merkten we hoe we steeds over onze schouders keken als we elkaars hand wilden vastpakken, afkeurende blikken voelden prikken als we elkaar tijdens het uitgaan zo nu en dan een kusje gaven -terwijl twee meter verderop een heterostel ongestoord alles met elkaar kon doen- en hoe we het gevoel hadden dat we zo snel mogelijk terug moesten naar dat bedompte hok en de kastdeuren achter ons dicht moesten trekken. Waren we onbeleefde gasten in andermans land?
Op een zonnige middag in Krakau, als we ons net in de schaduw hebben genesteld met een opdracht voor beeldende kunst, wordt ons een prachtige kans in de schoot geworpen.
De twee meisjes vallen direct op tussen de vrij monotone bevolking van Krakau: beiden fel gekleurd haar, met tekst beschreven broeken en een wit shirt met in bronzen letters: Bride to be. Een van hen heeft een gele roos vast, de ander een ukulele. Ze gaan zitten op een kleedje in de zon en lachend kussen ze elkaar.
Na een tijdje zoekend oogcontact van hun kleedje naar het onze en moed verzamelen om op ze af te stappen, kunnen we nu eindelijk onze vraag stellen. De vraag die al weken in onze gedachten gebrand staat: ‘Hoe is het hier? Hoe is het om openlijk homoseksueel te zijn in een land dat dat niet accepteert?’
Onze opening maakt een storm van informatie los. Met een soort onrust stellen de twee ons op de hoogte van het onrecht dat zich in Polen, hun thuis, voor hun neus afspeelt, sommige van de ergste feiten weglachend. ‘No, Poland is not at all that accepting.’ Ze vertellen ons dat vorig jaar een beeldend kunstenares in de gevangenis belandde voor het afbeelden van Maria gehuld in een regenboogvlag. Kunst wordt gecensureerd, hoewel het op TV en in de politiek vrijuit staat hate speech te verkondigen tegenover welke minderheid dan ook.
Ze vertellen dat je een rechtszaak moet aanspannen tegen je ouders als je transgender bent, omdat zij je het verkeerde geslacht hebben gegeven bij de geboorte. Ze vertellen, willen ze zichzelf zijn, dat ze dan zouden moeten emigreren. Ze halen hun schouders op. Alsof het niets is. ‘If you’re different in Poland,’ luidt hun conclusie, ‘you’re just fucked.’
Hoe het gaat in hun directe omgeving? ‘Our parents keep asking us when we’ll bring home a nice boy, even though we’ve come out to them. Our closest friends are mostly gay, so with them I feel accepted and safe. I’ve lost friends of five years, though, whom I considered good friends, who cut all ties after I came out. It’s difficult on family reunions too. No way I can tell them I’m voting Spring, with an openly gay party leader. Here, there’s very much two groups, left and right, and they truly hate each other.’
Het gesprek brengt ons nog meer dan we hadden durven hopen. Vandaag blijkt er een Equality March in de stad plaats te vinden. Als dat geen toeval is? ‘We’re not sure if we’re going though, again, because of the polarisation. There is going to be a lot of Nationalist groups demonstrating against Pride.’ Ze voelen zich onveilig omdat de politie onlangs van de rechtse regering een loonsverhoging heeft gekregen. ‘We’re afraid they won’t do anything if the Nationalists will start a fight. They are definitely on their side.’
‘We do have hope things will change within the next generations. I feel way more comfortable speaking English than Polish, for example, because older generations won’t understand what I’m saying. And we have hope that it might slowly change, with Spring and Pride, but today, we’re just looking to have a fun day in Krakow.’ Ze pakt de hand van haar vriendin en knijpt er zachtjes in.
We willen het zelf ook zien, het echt even ervaren, daarom besluiten we om naar de Equality March te gaan. Als we in de groep vragen wie er met ons mee zou willen, gaan alle handen de lucht in. Ontroerend, om plotseling zoveel steun en positiviteit te ervaren.
Lichtelijk gespannen stappen we op een politieagente af om haar te vragen of ze weet waar de mars op dit moment is. Ze kijkt ons strak aan, zucht. Mompelt dan iets fels in het Pools en wuift ons met een vies gezicht weg. Het gaat straks haar taak zijn om de Marchers te beschermen.
Een verkeersleidster wil ons gelukkig wel te woord staan. Ze weet ons te vertellen wanneer de mars langs zal komen, maar op de vraag of het veilig is mee te lopen, weet ze eigenlijk ook niet echt een antwoord.
Op een prachtige plek recht naast het Kasteel van Wawel, langs de rivier de Wisla zitten we met z’n alle op een rijtje te wachten tot de March voorbij zal komen. In de verte horen we ze al aankomen, maar voordat we kunnen genieten van de mensen die opkomen voor hun rechten, moeten we aanzien hoe acht politiebusje stapvoets voorbij rijden, gevolgd door rijen politiemannen allemaal bewapend met helmen, schermen, stokken, pistolen en zelfs drones. Dit zet meteen de toon voor de rest van de March, het is niet Pride zoals wij dat kennen. Voor ons is Pride een feest, een plek waar wij onze liefde kunnen vieren. Nee, hier wordt het een gevecht voor iets wat wij als vanzelfsprekend ervaren.
Toch komt daar de mars, rijen van mensen met honderden regenboogvlaggen passeren ons, met een vreugde, een boosheid maar vooral met een vuur dat niet gedoofd zal worden. Het heeft een plek, ook al is die plek een gevecht, het heeft een plek in een land waar de meerderheid ze die niet zou gunnen.
De hele ervaring heeft niet veel veranderd voor onze situatie, maar het heeft ruimte gemaakt voor een compassie. Een compassie voor alle mensen die anders zijn in een land waar het niet geaccepteerd wordt om anders te zijn. Het benadrukt hoe gelukkig we zijn dat we geboren zijn een land waar wij geaccepteerd kunnen worden. Het wakkert een vuur in ons aan dat samen wil staan met al deze mensen tegen dit onrecht. En daarentegen ook een gevoel dat klaar is met vechten en een trots op wie wij zijn.
We’re here, we’re queer, get used to it.