Festival 2022

Gedicht: JIJ

Jij, jij nu misschien nog kleine jij

Zoals lentebloesems in de eerste zachte nacht in bloesems gaan

Kijk jij mij aan

Opvallend is de helft van je gezicht

Het ander nog niet helemaal in zicht

Want je oude web der dingen onbelicht

 

Donkere angst

Verborgen in jezelf

De buitenwereld verwacht van jou

Een held misschien

Van binnen klein

Wilt nog even voor altijd omarmd zijn

Je doet zo je best

Je valt

staat op

Valt

 

Altijd vallen, beter als dan maar niet

Dan maar niet ik, jij, wij, jij en ik

Geen twee, geen wij

Altijd vallen

En sta weer op

 

Klop het stof van je lijf

Je voeten verstrikt

In je eigen onzekerheid

Durf dan nu jouw transformatie te laten zien

Jij die geboren wordt of onthult misschien

Wetend gewond te kunnen raken

 

Krachtig als een lentebloesem

Herrezen en onthuld

Geen toekomst geen verleden

Vergeet de 1000 woorden

In het nu kijk ik mij aan

Wij, de jij en ik

Nu alleen nog maar in stilte

Gedachtes in toekomst en verleden

 

Je valt

staat op

Valt

En staat weer op

 

Draag met trots de tranen

De huilende man

De schreeuwende vrouw

Jij, de één

Niet meer klein gehouden door

De woorden van de ander

 

Blijf niet wachten

Maar schreeuw

Leef

Omarm

Val

Blijf vallen

En sta op

 

Niet meer klein gehouden door

De woorden van de ander

Door Liberal Arts Tussenjaar student  Roos Vasen 

 

Fotografie: Nicole Caodie