Als alles gaat zoals het hoort en er geen onverwachte beren op mijn pad besluiten te gaan lopen, ga ik in juni 2018 afstuderen in de Neerlandistiek. Straks hoef ik nooit meer, na een bachelor en een master, teksten van Vondel of Bredero uit te pluizen of te beargumenteren waarom het wraakmotief in de zeventiende eeuw toch echt behoorlijk verschilt met dat van de zestiende.
Als ik mensen vertel over mijn studie komt bijna altijd de wedervraag: ‘oh wil je dan docent worden?’ Voor nu is mijn planning om mijn lerarenbevoegdheid te halen en dus, inderdaad, docent Nederlands te worden. Dat is wat ik met mijn studie wil doen: daar kijk ik naar uit! Maar is dat iets waar je vanuit moet gaan? Heb je, als je op je achttiende een studie kiest, je verdere leven al vastgelegd? Is een studie niet iets wat je doet uit interesse, zonder een voorbedacht carrièreplan? Ben je een slechte, of misschien zelfs ongeïnteresseerde, student als je niet per definitie iets met je studie wil gaan doen? Ik denk van niet.