Alles wat gecreëerd wordt, gebeurt in stilte. Alles wat destructief verwoest wordt, gebeurt met een hoop lawaai, aldus Confucius. Kunnen we daarom de stilte van jongeren, inclusief mijzelf, interpreteren als teken van creatieprocessen? En staat de stilte daarbij symbool voor de weg naar binnen en het ontmoeten van onze eigen zielenroerselen en bezinning op collectieve thema’s in deze tijd van chaos?
Geïnspireerd door het artikel “Laat de jeugd elkaar massaal besmetten” – Thom Edinger en Jan Pieter Jansen (HP de tijd, 28 april 2020) kwam dit stuk tot stand.
We naderen eind mei en de maatregelen die in Nederland gelden rondom het coronavirus versoepelen. Met de snelheid waarmee de straaljagers van defensie, ter oefening, boven Nederland vliegen, vult mijn agenda zich weer met online en offline afspraken. Afgelopen vrijdagmiddag sta ik op de A10 zelfs met mijn zwarte Volkswagen in de file. Het was gisteren nog dat ik vijfentwintig minuten in de 1,5-meter rij voor mijn lokale supermarkt stond te wachten eer ik naar binnen mocht. Het is druk (op straat). Voor ik het weet, beland ik straks weer in het (stress)volle leven, waar ik al eerder, nog voor de corona-uitbraak, heel bewust ben uitgestapt -voor zover dat mogelijk was.
“Er wordt een moreel appèl gedaan op de jongeren. Ondanks het (vermeende) geringe risico, dienen zij hun leven op pauze te zetten ten behoeve van de rest van de samenleving” staat in het artikel ‘Laat de jeugd elkaar massaal besmetten’, gepubliceerd door HP de tijd. En is die pauze niet exact wat nodig was en is? Niet alleen voor de jongeren, maar ook voor de rest van de samenleving? Binnen het publieke debat lijkt het volgens het gepubliceerde stuk van wel: “werkt het niet bevrijdend, zo’n moment van bezinning, als een ware catharsis?” schrijven Thom Edinger en Jan Pieter Jansen.
Ook volgens filosoof en psychiater Demiaan Denys “kan de crisis inderdaad een gezond effect hebben op de mentale gesteldheid, bijvoorbeeld wanneer mensen een andere levensstijl aannemen en gaan nadenken of alle waarden die zij najagen nu echt de moeite waard zijn.” Dat zijn onderwerpen waarover het nu volgens mij inderdaad moet gaan. En zijn vertragen, verstillen en tijd nemen om te reflecteren op het individuele en collectieve leven niet precies omstandigheden die helpen in het onderzoeken van deze thema’s en het vinden van antwoorden op belangrijke levensvragen? Levensvragen die misschien wel door het leven zelf gesteld zijn? Dat een deel van de ‘de buitenwereld’ begint te roepen: “we horen niks van jongeren”, is dan op z’n minst opvallend. Misschien wordt er niks gehoord, maar wordt er werkelijk geluisterd?
“Pak die verantwoordelijkheid en laat je stem gelden, juist nu, in een crisis die over jullie toekomst gaat,” nodigt Denys uit. Hij ziet dat de crisis ook een kans biedt, aan jongeren. Het zou echter pleiten -en volgens mij gebeurt dit ook- voor iedereen, jong en oud, om elkaar (digitaal) te ontmoeten en als generatie(s) mét elkaar in gesprek te gaan over onze toekomst. Marloes Kleinjan, ook aan het woord in het artikel, geeft de verwachting weer dat “hoe langer de situatie duurt, des te meer tegengeluiden te horen zullen zijn vanuit deze leeftijdsgroep”. Een gevaarlijke veronderstelling, omdat dit dominante gedachtegoed makkelijker bevestigd wordt als deze overtuiging bij voorbaat al heerst en verwacht wordt. Hoe zou het zijn als er werkelijk opengestaan wordt voor het (innerlijke) onderzoek van jongeren en andere generaties en we dit met een open en onbevooroordeelde geest tegemoet treden in ons denken, voelen en handelen?
Ik zou het dus niet zozeer willen hebben over een tegengeluid, waarbij we -dus ineens- tegenover elkaar of iets komen te staan. Want wie of wat is die tegenpartij dan? De overheid? Het RIVM? De WHO? De wereld? Het virus zelf? Ons eigen gedrag (van de afgelopen jaren)? En hoewel er natuurlijk niks mis is met een kritisch (tegen)geluid op z’n tijd, geef ik tegelijkertijd liever ruimte aan een ‘naastbeweging’. Een beweging die zich focust op dat innerlijk onderzoek, op dat wat gecreëerd mag worden – naast het (stille) protest tegen wat (geweest) is. Door te laten zien dat het anders kan en zelf het juiste voorbeeld te worden, te zijn. Een beweging waarin we gezamenlijk een waardegedreven toekomst schetsen en creëren met plaats voor onze idealen.
En dáár, lieve mensen, oud en jong, leven genoeg beelden, opvattingen en ideeën bij. Een voorzichtige aanzet daarvan zie ik bijvoorbeeld al in de wens en uitvoering van mensen die in een gemeenschap (willen) leven, sociale en creatieve oplossingen verwezenlijken voor ondernemersvraagstukken en persoonlijk hoofd- en bijzaken meer onderscheiden (net als ons immuunsysteem dat bij een virus doet). Dus ja, laat niet alleen de jeugd elkaar aansteken, maar laten we elkaar massaal besmetten met ideeën en inspirerend gedrag. Laten we elkaar koortsig opzoeken (oké, als je echte koorts hebt, blijf dan thuis. Dank u!), verwarmt door passie, daadkracht en gedrevenheid. Ook als de boodschap van tijd tot tijd luidt: ik weet het niet, wij weten niet hoe hiermee om te gaan, hoe we nu verder kunnen, maar we staan hoe dan ook open voor verbinding, voor het delen van onze twijfels, het onderzoeken van vragen en antwoorden. Stellen we ons nieuwsgierig op, nemen we een houding van respect aan: dan creëren we ruimte en kan -vanuit de stilte- werkelijk klinken wat gehoord mag, of zelfs moet, worden. Zinvinden zoals Viktor Frankl het beschrijft in zijn werk ‘The doctor and the soul’:
“Uiteindelijk moet een mens zich niet zozeer afvragen ‘wat is de zin van mijn leven?’, maar zich realiseren dat hijzelf door het leven bevraagd wordt.” – Viktor Frankl (The Doctor and the Soul, 1952)
Uitgangspunt is dan dat we als samenleving de zogenoemde ‘coronacrisis’ zien als kans, als een vraag van het leven en deze ook nu aangrijpen. “Doordat ze nog een heel leven voor zich hebben na de crisis kan dit negatieve gevolgen hebben voor hun ontwikkeling op sociaaleconomisch gebied,” aldus Kleinjan over de situatie voor jongeren. Negatieve gevolgen voor ‘hun’? Misschien. Maar vooral een kans die we -allemaal- niet mogen mislopen door haar te verslapen. (Sociale)economie is natuurlijk geen scheldwoord, maar als sleutelbegrip nietszeggend en leeg. De vraag is: waar hebben we het in deze context daadwerkelijk over? Of we economisch gezien nog wel kunnen ‘groeien’? Het antwoord op de laatste vraag bleek al langere tijd ‘nee’. De draagkracht van de aarde is niet oneindig, evenals het saldo op onze bankrekening.
Maar durven we als jongeren en als gehele samenleving verder te kijken dan een sociale en economische crisis? Of zetten we onszelf direct vast door de uitdagingen van de huidige tijd – het coronavirus en de consequenties en ook burn-out, depressie, eenzaamheid en ga zo maar door – weg te zetten als een grote crisis en is daarmee alles gezegd? In dit geval worden we gezamenlijk de speelbal van krachten die de bewuste, vrije mens in de weg staan. Accepteren we de crisis als een noodlottige dolksteek waarin wij het leven laten (waarin bestaan ons enkel overkomt)? Of aanvaarden we de crisis als kans (kiezen we ervoor werkelijk te leven)? Worden we stil om vanuit daar initiatief te nemen voor het bouwen aan een wereld waar plaats is voor onze idealen? Hebben we de moed deze tocht te maken en aanvaarden wij de individuele en collectieve oproepen tot avontuur waarin wij ons kunnen ontwikkelen tot Held(in)?
Een oproep die overigens al lang voor de uitbraak van het coronavirus klonk en nu de noodzaak ervan nog meer benadrukt. En ligt de oplossing tegen eenzaamheid en sociale isolatie dan, zoals in het artikel wordt geopperd, in het toelaten van jongeren tot dertig jaar op festivals en events deze zomer? Nee, natuurlijk niet. Tenzij er op deze festivals met elkaar gesproken en gebouwd wordt aan een toekomst zoals we deze wensen en waar daadwerkelijke vraagstukken over uitdagingen in deze tijd een plek krijgen -zo’n festival lijkt me trouwens een fantastisch idee om deze vragen te faciliteren en ik ontmoet daar graag alle generaties.
De uitnodiging om de aangeduide crisistijd te zien als kans, is wellicht ons ticket tot een plek en tijd waarin ontmoeting, samenwerking, leiderschap, dialoog en verbinding tot stand kunnen komen. Misschien is de tijd aangebroken om voorzichtig de eerste stilte te doorbreken. Van samen tegen corona naar samen door corona. Het avontuur roept!