Longread

Begrip voor elkaars olifant

Er waren eens zes mannen. En alle zes waren de mannen blind. Deze mannen gingen op zoek naar een olifant. 

De eerste man liep als eerste tegen de flank van een olifant aan. ‘Ah,’ zei dat man. ‘Een olifant is net als een muur.’ Toen kwam de tweede een olifant tegen. Hij pakte de slurf vast, en zei: ‘Een olifant is lang en kronkelend, net als een slang.’ De derde zocht op de grond, en kwam de poot tegen. Hij concludeerde dat een olifant iets moest zijn als een dikke boom. Nummer vier voelde aan een slagtand. ‘Een olifant is iets als een speer, lang en scherp,’ zei hij. De vijfde man voelde het oor van de olifant. Dun, concludeerde hij, als een waaier. De laatste man kwam uit bij de staart. Harig, bewegend; dit moet als een soort touw zijn. 

Dit verhaal komt uit een gedicht, geschreven door John Godfrey Saxe, uit de 19e eeuw, en het eindigt zo:

“En aldus zetten de zes uit Hindostan zich aan een debat,

met luide stem en onverveerd,

ieder zei er het zijne van

en liet zich door de ander onbekeerd,

Allen waren weliswaar ten deel in het gelijk,

samen echter hadden zij het verkeerd.

Maar al te vaak varen allen,

denk ik, alledag,

Hun eigen koers, volkomen onwetend

over wat de ander denken mag,

En spreken zij allen van een olifant,

die geen van hen ooit zag.”

Wat kan ik voor mezelf verantwoorden om aan jullie te verkopen als waarheid? Dat was de vraag die mij bezighield tijdens het schrijven. Wat wil ik zeggen, durf ik te zeggen, kan ik zeggen? Ik moest denken aan de Piramide van Maslow waar ik over gelezen heb. Dit is een piramide bedacht door Abraham Maslow, waarin hij de universele behoeftes van de mens ordent. Onderaan, de basis van de piramide, heb je de laag lichamelijke behoeftes. Als daaraan is voldaan, zijn veiligheid en zekerheid de volgende behoeftes, dan komt behoefte aan sociaal contact, dan erkenning en waardering. En als laatste heb je zelfrealisatie. Tijdens het schrijven van mijn TED Talk, liep ik dus steeds aan tegen het feit dat ik het eigenlijk zo enorm getroffen heb. Bij elk onderwerp dat ik bedacht, realiseerde ik me dat de kern van mijn eigen overtuiging misschien wel klopt, maar dat het daardoor niet meteen voor iedereen hoeft te gelden. Ik ben enorm bevoorrecht dat ik boven in die piramide zit, en dat ik me dus bezig kan houden met onderwerpen als zingeven, of gezonde voeding. Maar voor iemand die nauwelijks eten op z’n bord kan krijgen en iedere dag moet vechten om te overleven, is dit niet een eerste levensbehoefte.

Door dit wikken en wegen, peinzen en piekeren kwam ik uiteindelijk uit op deze gedachte: Wie ben ik om te oordelen? Dit is ook een van de belangrijkste waardes van het christendom: “Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt.” (Matteüs 7:1) Deze waardes zijn sterk ingeburgerd in onze Westerse cultuur. De kern van deze opmerking die Jezus hiermee probeerde te verspreiden, was dat uiteindelijk God de enige is die kan oordelen. Ikzelf denk dat je dit God kunt noemen, het universum of simpelweg gewoon het goed in de mens. Ik geloof in de kracht van mensen. Mensen kunnen ervoor kiezen om te stoppen met oordelen, en te beginnen met begripvol zijn.

Iedereen is namelijk anders; iedereen heeft andere genen, een andere opvoeding, een andere afkomst. Daarom is het ook logisch dat mensen verschillende meningen ontwikkelen en daardoor betekent dus niet elke uitspraak hetzelfde voor iedereen. Want wat voor de een misschien als heel vanzelfsprekend voelt, kan de ander juist misschien erg veel moeite kosten, en vice versa. Soms ligt dit aan natuurlijke eigenschappen die in iemands karakter zitten, maar soms zijn het ook externe zaken die je perspectief op dingen kunnen veranderen, zoals bijvoorbeeld waar je geboren wordt. De plek, het land en gezin kunnen ook allemaal bepalen hoe jouw perspectief gevormd gaat worden. 

Iets wat míjn perspectief heel erg heeft beïnvloed, is mijn reis naar Malawi met Edukans drie jaar geleden. Ik heb daar gezien wat het belang is van een opleiding, een middelbare school, een basisschool, klaslokalen, schoolboeken en pennen. Het gebrek aan een schooluniform veroorzaakt soms zelfs dat kinderen niet naar school kunnen. Soms moeten kinderen werken voor hun ouders om in leven te blijven. Hierdoor kunnen ze geen opleiding volgen en hebben ze vervolgens dus ook geen kans in de maatschappij. Ik heb gezien hoe essentieel het is voor de kinderen om naar school te kunnen, maar dat slechts naar school gaan niet genoeg is. De kwaliteit van het onderwijs moet ook verbeterd worden om zo kinderen, de generatie die het land in de toekomst zou kunnen helpen, juiste informatie te geven over wat hen kan helpen bij toekomstige dilemma’s zoals ziektes, hongersnood of politieke problemen. 

Mijn reis naar Malawi heeft ook mijn perspectief veranderd op het leven hier in Nederland, hoe dankbaar ik hier mag zijn voor een dak boven mijn hoofd, genoeg te eten, een opleiding, kansen en mogelijkheden om te dromen. 

Zo heeft iedereen zijn eigen levensverhaal, eigen ervaringen die je iedere dag met je mee zal nemen, iets wat altijd je perspectief zal beïnvloeden. Je eigen rugzak om het zo te zeggen. Wat alleen wel heel verraderlijk kan zijn, is dat je niet weet wat er in die rugzak zit van een ander. Gelukkig maar, want dat zou het leven wel heel saai maken. Maar het zorgt er ook voor dat er sneller vooroordelen zijn, oordelen over uitspraken, gedrag of uiterlijk van mensen. En dit wordt ook steeds meer en sneller verspreid, in de krant, op social media en zelfs op straat. Als je op de fiets wordt afgesneden door iemand denken we steeds sneller, ‘wat een lomperik’, terwijl we eigenlijk helemaal niet weten waar die persoon op dat moment zit met z’n hoofd. Als iedereen dit blijft doen, dat oordelen, gaat het ook nooit leuker worden op deze aarde; sterker nog, het gaat zelfs steeds vervelender worden. 

Er bestaat een oud verhaal, dat gaat over een Cherokee-opperhoofd die zijn kleinzoon les geeft over het leven. Het vindt zijn oorsprong uit het christelijke boek: The Holy Spirit: Activating God’s Power in Your Life, en het gaat zo: “Er woedt een gevecht in mij,” zegt het opperhoofd. “Een vreselijk gevecht tussen twee wolven. De ene is een wolf van boosheid en agressie, de ander een wolf van geduld en liefde.” Waarop zijn kleinzoon vraagt, “Welke wolf wint er?” Waarop hij antwoordt: “Degene die ik voedt.” 

In onze individualistische samenleving gaat het steeds minder over mensen, maar meer over het beeld dat we hebben van mensen. We hebben iedere keer de keuze welke wolf we voeden. We kunnen het plaatje in de krant veroordelen of de persoon in de foto proberen te begrijpen. Begrip. Zoiets simpels wat deze hele kwestie zou kunnen oplossen. Begrip voor het standpunt van de persoon, voor zijn of haar perspectief. Nu hoef je natuurlijk niet iedereen om je heen altijd te begrijpen en natuurlijk niet ieder gedrag is goed te praten, maar ik geloof erin dat het erg belangrijk is om niet zo snel te oordelen over een ander. Ik geloof dat de twee verhalen die ik verteld heb, over de olifant en het opperhoofd, sterk overeenkomen met de waarde van het christendom. Als het lukt om door je oordeel heen te kijken, ontstaat er een wereld met meer aandacht voor elkaar, en elkaars behoeftes. Je weet immers nooit welk deel van een olifant iemand tegengekomen is. 




Beeld © Sander Heezen