er zit een leeuw in mij
die na mijn geboorte van mij is afgepakt
afgescheurd en weer is teruggeplaatst
hij is geen vleeseter zijn tanden
zijn daar niet voor gemaakt
zijn tanden zijn protheses
zijn scherpe tanden
mijn aanwezigheid in de ruimte
is zijn aanwezigheid in de ruimte
mijn aanraken van een lichaam
is zijn aanraken van een lichaam
ik kan niet liefhebben zonder
dat hij over mijn schouders meekijkt
met mij mee een bovenarm aanraakt
de lucht steeds weer opsnuift
hij bewoont meerdere lichamen
over miljoenen schouders kijkt hij mee, wachtend
op een moment om toe te slaan zijn slachtofferaantal
is voelbaar bij een aanraking van mijn vingertop hij
klemt ons tussen zijn dijen
opgepropt, volgespoten
terwijl zaad een gift is
zaad een gift had kunnen zijn
mijn lichaam een gift is
mijn lichaam een gift had kunnen zijn
mijn lichaam had een gift moeten zijn mijn huid
glanst elke dag in een andere kleur maar toch
kan ik mij niet aan de leeuw onttrekken
hoe hard ik ook ren hij wordt gedragen
door motors die fossiele brandstof verteren
als hij mij inhaalt
bedekt hij mijn huid
van kop tot staart
als een grijze stoflaag
ben ik enkel en alleen nog
grauw ik zodra de geur
mij vindt zodra de waas
mijn zicht bedekt zodra de geur van dat sap
mijn neusvleugels binnendringt
ook in mij zit iets dat grauwt
ik zou de leeuw zo graag
liefhebben
uit zijn as laten
herrijzen
een leeuw is een felgekleurde papegaai
een leeuw is de hitte die boven asfalt zweeft op een middag in augustus
een leeuw een golf helder, azuurblauw water
een leeuw het innemen van ruimte
een leeuw het menstruatiebloed dat aan het schaamhaar kleeft
een leeuw de helende aanraking die daaraan vooraf ging
een leeuw houdt van roze aanstekers
een leeuw is geen vleesetende plant
een leeuw is de bas op een hardcorefeestje
een leeuw een ruimtecapsule op weg naar Mars
een leeuw een vurig ja-zeggen
een leeuw een radicaal zacht-zijn
ooit was ik
onontgonnen gebied
Beeld © Sebastian Verstegen