Shortread

Het vinden van het kind

Het begon veertien jaar geleden toen ik ’s ochtens wakker werd, mijn nieuwe kleding aandeed -wat zorgde voor een glimlach op mijn gezicht- en de trap snel afliep naar de feestelijke straten van Damascus.
Het leek alsof de hele stad ook nieuwe kleding had gekregen. De lucht die ik inademde rook naar allerlei parfums en vervuild met een flitsende geur van het vuurwerk. Op de stoep stond een jongen met een beginnende snor. Hij duwde een grote, gele schommel met acht kinderen in het net. De mensen liepen over straat met hun twinkelende ogen en met het gevoel dat ze elkaar goed kenden. Op die dag hebben zelfs de gebouwen van de stad meegedaan aan het feest met hun echo’s, die allerlei vrolijke begroetingen en voorspoedige wensen meevoerden. Als een kind van zeven jaar moest ik van mijn ouders vroeg terug naar huis, maar ik heb ze verteld dat de straat vandaag meer thuis voelde dan elk ander huis.

Nu ik in Utrecht woon en met open ogen rondloop om kennis te maken met de stad, merk ik hoe deze plek door de eeuwen heen een christelijk karakter heeft gekregen en deze grotendeels heeft kunnen behouden. Hoe de Domkerk als het hart van de stad wordt beschouwd en haar toren, uitgestoken boven alle andere gebouwen, als een kompas tot het hart wordt aangevoeld. Wat ik ook fascinerend vind aan de Domkerk is dat hij het middelpunt is van een Kerkenkruis, gevormd met vier andere kerken; de Pieterskerk, de Janskerk, de Paulusabdij en de Mariakerk. Een kunstwerk dat de manifestatie van het christendom uitdrukt, hoewel de Mariakerk in 1816 en Paulusabdij in 1993 werden gesloopt.

Bovendien is de stad Utrecht sterk verbonden aan de heilige Martinus van Tours (ca. 316- 397), ook wel Sint-Maarten genoemd. Een man die bekend staat om zijn barmhartigheid en mededogen en aan wie de Domkerk eigenlijk is gewijd. Zelfs de vlag van de stad, met zijn witte en rode helften, is een herinnering aan de barmhartige daad van Sint-Maarten, waarbij hij de helft van zijn mantel aan een arme, naakte bedelaar heeft verleend. Het is daarom niet verbazend dat Sint-Maarten de schutspatroon is van Utrecht.

Sint-Maarten wordt elk jaar op 11 november gevierd. Niet alleen in Nederland, maar ook in Vlaanderen, Noord-Frankrijk en in delen van Duitsland wordt er op deze dag samen gezongen, gedanst, lampionnen gedragen of vreugdevuren ontstoken en optochten georganiseerd. Het feest heeft een Germaanse oorsprong, waarbij mensen van oudsher de oppergod Wodan vereerden door op 11 November -de dag waarop de oogst binnen moest zijn- vuren ronddroegen en offers brachten, opdat het land en vee vruchtbaarder werden. Destijds klopten de kinderen niet op de deuren voor snoepjes, maar voor groente en fruit.

Dit jaar hebben rond 7000 mensen genoten van de achtste editie van de Sint-Maarten Parade in Utrecht. Meer dan tachtig organisaties hebben deelgenomen om het feest plezieriger, zinvoller en kleurrijker te maken. Waaronder diverse asielzoekerscentra, Stut Theater, Villa Vrede en verschillende scholen van basis- en voortgezet onderwijs. Het idee achter het behouden van dit feest is eigenlijk om het mededogen van Sint-Maarten weer in onszelf te vinden, voor elkaar lichtjes aan te steken waardoor wij de ander zien en door de ander worden gezien. Hierom wordt er elk jaar een thema opgesteld om vormen aan de lichten en kostuums te geven. Zo stond het thema Vrede en Veiligheid voor Iedereen centraal voor dit jaar waarbij sculpturen zoals een vredesduif, engelen, wereldbollen en het woord Vrede zowel in het Nederlands als in het Arabisch rondliepen in de parade.

Ik heb dit jaar met de mensen meegelopen, met het koor geprobeerd mee te zingen en op de muziek gedanst. Het was een avond die ik nog nooit heb ervaren sinds ik vier jaar geleden naar Nederland ben gevlucht. Hoewel het mij altijd vrolijk en vrij maakt om alleen over straat te lopen, voelde deze ervaring heel bijzonder. Ik was niet meer het enige kind dat met een koptelefoon, danste door de straten. Alle mensen om mij heen waren ook kinderen; hebben weer hun eigen kind gevonden. De hele stad begon te glimlachen. De muziek werd gehoord door alle mensen en er werd zowel opzettelijk als onopzettelijk gedanst. De ogen van alle kinderen glommen onder het licht van dit feest.

Voor mij is dit het belang van de feestdagen. Ze stimuleren oude gewoontes en handelingen. Ze herinneren ons aan het kind in onszelf.Op deze manier kunnen wij weer onze handen op elkaars schouders leggen en samen spelen. Het is niet zo dat feestdagen alleen voor kinderen bestemd zijn, maar voor iedereen die in zichzelf het kind heeft gemist. Of met andere woorden: dat kind graag wil roepen.

 

 

Beeld © Sebastian Verstegen

 

Ontdek meer van Dwarslopers

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Doorlezen